Karen Hamaker-Zondag heeft een Jungiaanse kijk op het ego. Dit vind ik een mooie ingang om er eens wat dieper over na te denken.
“Wat het woord ego betekent, is dat we een bewustzijnsveld hebben en dat heeft 1 centraal punt, waarmee je alles bekijkt, beoordeelt, integreert, jezelf kunt bekijken, beslissingen kunt nemen, plannen. Dat is je ego en hoe groter dat ego is, des te groter is je instrumentarium om realistisch te kijken naar de wereld en jezelf. Hoe groter je ego, des te beter ben je in staat om ook te zeggen: ‘dit heb ik niet goed gedaan’, omdat je een heel groot besef hebt van wat je eigen schaduw kan doen. Mensen met een heel klein ego hebben nog geen persoonlijkheidsontwikkeling ondergaan en die hebben alsmaar mijn schouderklopjes nodig, complimenten. Op het moment dat ik mijn ego heb ontwikkeld in Jungiaanse zin, dan kan ik jou als mens zien staan. Als ik het niet heb ontwikkeld, kan ik ook het ego van een ander niet zien en kan ik die ander niet zien staan.”
– Citaat uit onderstaande video.
Anatta
Het begrip Anatta heeft een iets andere lading. Het is het idee van geen doorgaand ego. De Boeddha leerde ons dat er geen permanent, onveranderbaar Zelf is. In het boeddhisme, net zoals in de psychologie, wordt het ‘zelf’ beschouwd als een voortdurend evoluerend cluster van indrukken, herinneringen en eigenschappen. En dat cluster is wat bij reïncarnatie wordt doorgegeven.
In het boeddhisme gaat het er dus niet om, dat het ego moet worden vernietigd, zoals velen denken. Het gaat er om, doordrongen te worden van het idee dat er geen ego is! Als we zien dat het ego een illusie is, zullen we ophouden om te lijden en elkaar geweld aan te doen.
– Citaat uit mijn boek.
Belangrijk versus illusie?
Ego als belangrijk volgens de Jungiaanse kijk versus illusie, als je boeddhistisch kijkt. Wat een tegenstelling! Of toch niet? In mijn sjamaanse kijk op de wereld kan het tegelijk aanwezig zijn. Het is maar net, welke bril je opzet. Een goed ontwikkeld ego zorgt voor stevigheid in de 3D realiteit. Je weet wie je bent en je laat je niet zo gemakkelijk van je stuk brengen door externe factoren. En als ik op de sjamaanse manier (net zoals in de boeddhistische traditie) werk, zet ik mijn ego eventjes aan de kant. Althans, dat heb ik vaak gedacht.
Maar als je een goed ontwikkeld ego hebt, dan laat je je niet beïnvloeden door je eigen mening (of die van een ander) over iets. Een mening houdt ook vaak een beoordeling of veroordeling in. Dat is een (negatief?) bijeffect van het ego. Vooral als dat ego nog niet stevig genoeg geworteld is in Moeder Aarde.
Keuze?
Aan de andere kant, iemand die nauwelijks ego heeft ontwikkeld, kan je irritatie opwekken! Vooral als je vraagt om een keuze. En dan de bal krijgt teruggespeeld. “Kies jij maar”, zegt die persoon dan. Daar heb ik niet altijd zin in! Is de relatie dan wel in evenwicht? En als je zo bent ingesteld, word je dan niet een speelbal van je omgeving? “Go with the flow”, hm. Er wordt weleens gezegd dat alleen dode vissen met de flow (de stroming) meegaan. Mijn eigen gezegde is: “Go with the flow, maar steek wel op tijd je peddel in het water.” Oftewel: als zich een keuze aandient, kies dan ook! Als jij niet kiest, dan kiest een ander voor jou. En is dat dan wel de beste keuze voor jou?
Hoe ga jij daarmee om?
Misschien staat EGO wel voor: Een Goddelijk Onderdeel. 😉